Samen met experts van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) is een specialist van het Erasmus MC van mening dat de diagnose hersendood sneller kan worden gesteld.
Hedendaags wordt de diagnose pas gesteld na lichamelijk onderzoek (meten van reflexen en het stoppen van de beademing) en vervolgens nog het maken van een EEG. Bij een EEG wordt de hersenactiviteit gemeten (ook die van de dieper gelegen weefsels van de hersenen). Het maken van een EEG en met name het beoordelen ervan, kost vaak enkele uren. Deze uren zijn cruciaal als het gaat om orgaandonatie en kosten ook veel energie van familieleden en andere naasten die duidelijkheid over de situatie willen.
Volgens de onderzoekers kan sneller worden onderzocht of de hersenstam nog wel naar behoren functioneert. De hersenstam is van groot belang voor onze vitale functies als ademhaling, bloeddrukregulatie, hartslag en bewustzijn. De werking van de hersenstam zou gemakkelijker en sneller kunnen worden onderzocht met enkele testen:
- Het meten van de reflexen.
- Pupilreacties testen op licht.
- Onderzoeken of er een hoestprikkel aanwezig is.
- Bepalen of de patiënt zelf kan ademen.
Er zijn echter kritische geluiden te horen van tegenstanders. Zij zijn van mening dat een EEG het enige objectieve instrument is om te bepalen of een patiënt daadwerkelijk klinisch hersendood is. Bij lichamelijk onderzoek is het deels afhankelijk van hoe de specialist deze uitvoert en de gegevens interpreteert. Zij zijn bang dat patiënten te snel hersendood verklaard worden ten bate van hun organen die gebruikt kunnen worden voor transplantatie.
Tags: hersendood, vaststellen hersendood, EEG, hersendood zonder EEG
